Kasteel van Monselice

Via del Santuario 11 - Monselice. (Open kaart)
(75)

Omschrijving

Tijdens de hoge middeleeuwse was Monselice een comitatus, met Este en Padua onder zijn regering.Monselice viel in handen van Ezzelino da Romano, die het afgestaan ​​aan de Heilige Romeinse keizer, Frederic II van Swabia.Ezzelino was eerder getrouwd met de dochter van de keizer Selvaggia.Traditie is dat het de keizer was die de Rocca (Stronghold) had gebouwd, op de top van Monselice, op een eerdere Byzantijnse fortificatie.Toen Ezzelino viel, ging Monselice naar de gemeente Padua, maar in 1317 werd het onderverdeeld door Cangrande Della Scala, van Verona.In 1338, na een verwoestende belegering opgelegd door Ubertino, keerde het terug naar Padua en de geschiedenis van de Signoria.De Castello is zowel complex als fascinerend, met componenten uit verschillende tijdperken.Het omvat Romeinse componenten, aangepast van reeds bestaande Lombard-structuren, bestaande uit een huis en een klein kasteel.Er is ook de zogenaamde 'Ezzelino Cube', daterend uit het midden van de 13e eeuw, die eigenlijk niet kan worden toegeschreven aan Ezzelino, met volledig vertrouwen.Sommige kamers werden gebouwd door de Marcello -edelen in de tweede helft van de 15e eeuw.Er is ook een bibliotheekgebouw uit de jaren 1600 en een 18e -eeuwse kerk toegeschreven aan de architect Andrea Tirali.Afdrukken uit de jaren 1300 tonen Monselice met de vijf concentrische muren die Ubertino heeft opgericht voor zijn bescherming.De Carraresi leefde in het Romeinse deel van de Castello en zei in het onderdeel tot op heden uit Ezzelino.Ze verdeelden de lange Romeinse kamer met zijn typische cilindrische open haard en schoorsteen, die ze vervolgens gebruikten voor open haarden in de verschillende nieuwe kamers.Jacopino III woonde in het kasteel in een staat van gevangenisstraf, als straf voor zijn samenzwering tegen Francesco I, en stierf hier uiteindelijk.De zogenaamde 'Council Hall' toont een decoratief fries met motief van de Carrarese kar.Twee andere open haarden zijn te vinden in de Ezzelino 'Cube': één is in het arsenaal en de laatste bevindt zich in een van de drie kamers gemaakt door de Carraresi op de derde verdieping, die allemaal zijn geverfd in rode en witte heraldische cheques.